Zij werd geboren op 5 mei 1901 als oudste dochter, wij waren maar met tweeën. Vader stierf toen zij negen jaar was. Moeder liet haar leeren voor onderwijzeres en ze behaalde haar acte 4 jaar later en kreeg direct een betrekking aan de lagere school aan de Hinthamerstraat (St-Antonius), waar ze ongeveer 15 jaar onderwijs gaf. Wegens ziekte moest zij ontslag nemen. Enkele jaren laten huwde ze met den Heer Th. Evers. Alhoewel het in het begin niet zoo best ging, wat betreft salaris, ging het van lieverlede beter en hadden ze een goed bestaan. Nooit was er iemend, die vergeefs bij haar aanklopte om steun of raad en ze heeft veel goed gedaan, getuigt nog dagelijks van menschen, die wij spreken. Op 28 october kwam ze mij nog opzoeken, daar mijn zoontje in de moeilijke dagen bij haar was. Ze zei nog tegen mijn vrouw: "Wat heb ik er toch over in gezeten, dat ik hem (mijn zoontje) toch goed aan zijn moeder kan afleveren". Toen op 30 october kreeg ik de ontstellende tijding, dat ze door een z.g. verdwaalde kogel gedood was. Ik heb ze niet meer levend gezien. En ik kan het me nog niet indenken, ik had er toch zoo'n groote steum aan. Zij zal haar loon hierboven alwel ontvangen hebben, want ze heeft het dubbel en dwars verdiend. |
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 386-387